De lente kan nog maar net
op eigen benen staan,
om de zondooier
is het vlies gebroken,
een nieuwe generatie
moet uit holen en burchten
de wereld in.
We snuiven sporen
uit de lucht.
We wijzen windhanen aan
als wegwijzers
en beloven
hun richtingen te gaan.
Sportvliegtuigjes
omhangen de transparante lentetent
met vaandels.
Ik moet mijn vertwijfeling
enten op de scheutige
opschietende hoop
die mij omsingelt.
© André Degen