Een paard dat tussen de spijlen eindigde

Als paardenhoofden zó door de spijlen steken, is er niks aan de hand.

Vandaag (14 september 2020) stuit ik op dit bericht: een artikel uit de oude doos waarin melding wordt gemaakt van de crash van een renpaard.

Zielig voor het paard (want de schuld van de stranding lag bij de pikeur die de luchtpijp dicht snoerde van de merrie die hij bestuurde), maar op zich niet bepaald een opzienbarend bericht. Ware het niet dat het mij een even bizarre als beklemmende gebeurtenis van jaren geleden in herinnering bracht.

Ik had destijds (het was hoogzomer) met mijn broer getennist in het zuiden van de stad en, door ettelijke glazen bier tijdens de nazit allebei wat rozig geworden, besloten we, bedaard terug peddelend naar het centrum van Groningen, even bij de drafbaan te blijven staan. Waarom? Ik weet het niet meer. In ieder geval niet omdat de drafsport ons zo interesseerde.

Ter hoogte van onze staanplek was er een wak in het groen dat om de drafbaan lag. In die opening in de bosschages zagen wij steeds sulky’s met hun pikeurs voorbijschieten.

Met een wat lodderige en niet erg geïneresseerde blik volgden wij de verrichtingen van paarden-en-wagens. Totdat er iets bizars en angstaanjagends gebeurde: ineens sloeg een paard, in plaats van keurig rechtdoor te lopen en de baan te volgen, net als zijn soortgenoten, rechtsaf en rende in volle vaart op het spijlenhek af waarachter wij stonden te kijken.

Het dier had zijn berijder afgeschud. Zonder pikeur maar met sulky stormde hij op ons af. Mijn broer en ik deinsden verschrikt achteruit, in onze verbijstering ‘Nee!’ en ‘Stop!’ roepend.

Dit kon niet goed aflopen, want het paard had zo’n vaart dat het nooit meer op tijd kon afremmen voor het hek. En dat was ook zo. Met een daverende klap boorde het arme beest zijn hoofd tussen de spijlen door en bleef daar verdwaasd stilstaan.

Gelukkig kwamen er al gauw vanuit de richting van de drafbaan mensen aangerend die zich over het paard ontfermden. Het arme dier werd uit zijn benarde positie bevrijd en leek geen verwondingen aan de harde botsing overgehouden te hebben. Mijn broer en ik stonden, verstijfd van schrik, toe te kijken en waren niet tot handelen in staat.

’s Avonds heb ik op internet nog gezocht naar meldingen van het incident. Ik was benieuwd naar de afloop en hoopte dat het paard het goed maakte. Het enige dat ik vond was een tweetal flauwe opmerkingen waarvan de teneur was ‘dat het paardje wel wat hoofdpijn zou hebben’, maar ik begreep wel dat het beest geen blijvend letsel aan de knal tegen het spijlenhek had overgehouden. Gelukkig.

Ga je voor één keer in je leven kijken naar een draverij, gebeurt je zoiets. Gelegenheid om nog een keer getuige te zijn van zo’n bizarre ‘uitbraak’ zal ik wel niet meer krijgen, want de drafsport gaat, na meer dan honderd jaar aanwezigheid in de stad Groningen, verdwijnen.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *