Toen ‘Laatste ronde’ klonk
voor ons café
was het of een kei
werd opgetild:
Wezens die het daglicht
niet konden verdragen
zochten verdwaasd
naar hun schemer.
De woorden
klosten tegen elkaar.
Wij stelden onze kelen open
voor een gulle in- en uitstroom.
En dan kwam het uur
van de woordontwaarding.
‘Ik wil haar
uit mijn geheugen spoelen!’
‘Nog één glas
en dan mag zij thuis’
de gifbeker leegdrinken!’
De serveerster
veegde snotterige woorden
van de bar.
Vrouwen zwaaiden
met hun paardenstaart
lasso.
Wie nu nog nuchter was
diende het pand direct te verlaten
zodat niemand dit kon navertellen.
Toen de bodem van de nacht
in zicht kwam
was elk neergezet bierglas
pylon
in de slalom
huiswaarts.
© André Degen