Hij groeide op
achter de toonbank
leerde dat klanten
altijd vóór gaan.
De afdeling klein plastic
zijn kruipdomein,
tussen de schappen
zijn getto.
Een klant had hem zomaar
als knuffel
af kunnen rekenen.
Om zijn ouders
te laten betalen
voor zijn middenstandplaats
deed hij regelmatig
een greep in de kassa.
Het kasverschil
deed zijn vader
twijfelen aan zichzelf.
Staand voor de vijver
van zijn jeugd
kotste hij zijn gezicht
aan diggelen.
Korting was onuitwasbaar
in zijn poriën gedrongen.
Nog altijd
voelt hij het prijskaartje
prikken in zijn nek.
© André Degen