Babygehuil voor de schrijver
die zijn raam had opengezet
om de grote stad binnen te laten.
Kan de verbeelding zo sterk zijn
dat zij zulk gejammer stoppen kan
zoals mannen geiten kunnen doden
puur door strak naar ze te staren?
In het kielzog van
het pasgeboren gejammer
komen insecten mee
zeuren om zijn hoofd.
De schrijver denkt:
Niet kleinzerig zijn,
ik schrijf door alles heen.
En hij denkt aan zijn eigen kind
slapend boven zijn hoofd.
Zijn vrouw heeft
voordat ze naar haar werk toe ging
op een briefje instructies achtergelaten
in haar bekende bondige stijl
waar hij jaloers op is:
‘Bij huilen: niet meteen naar boven gaan!
Vieze luier: verschonen! (luiers in de commode)
Flesje geven! (staat al in de magnetron)
Succes met je schrijverij!’
© André Degen