Zij is overduidelijk het wintertype.
Op deze voor april opvallend warme dag (22 april 2014) is een artikel (in De Volkskrant) over de wamte- en koudebeleving van mensen natuurlijk wel op zijn plaats. 'Bestaan er koukleumen (en mensen die het altijd warm hebben)? luidt de titel.
'De een is beter ingericht op kou of warmte dan de ander, maar in principe zijn we allemaal tropische dieren', zegt Hein Daanen, hoogleraar thermofysiologie aan de Vrije Universiteit en onderzoeker bij TNO.' Hij heeft ervoor doorgeleerd, dus hij kan het weten. Met deze wetenschap in haar achterhoofd maakt de artikelschrijfster (Ianthe Sahadat) een indeling in winter- en zomertypes.
'Ons lichaam moet op een constante temperatuur worden gehouden', aldus Daanen. 'Mensen zijn homeotherm; we moeten thermisch in evenwicht blijven.'
Dreigt het lichaam oververhit te raken, dan gaan we zweten, om de overtollige warmte kwijt te raken. Ligt onderkoeling op de loer, dan vernauwen zich onze bloedvaten en gaan we rillen. 'Maar', zo gaat Daanen verder, 'die zaken staan in geen verhouding tot wat ons lijf kan in hitte.' Oftewel: we kunnen beter omgaan met hitte dan met koude.
Ik behoor zelf zonder enige twijfel tot het zomertype. Hoewel ik dat op jonge leeftijd al wist, werd ik me daar voor eens en altijd van bewust, toen ik op vakantie op IJsland was.
We schrijven het jaar 2001. Periode van het jaar: hoogzomer. Locatie: Zuid-IJsland. Ik maakte een vijfdaagse voettocht van Laugavegur naar ��rsm�rk.
Op de tweede dag werd ik wakker in een klein tentje. Buiten was het mistig en koud. Ik begon met weinig enthousiasme aan het traject Hrafntinnusker – �lftavatn. In een zeer straffe, ijzige zijwind hield ik mij, waggelend over een gletsjer, maar met moeite staande, met badstoffen sokken (bij gebrek aan handschoenen…) om mijn totaal verkleumde handen. Ik dacht toen met onverholen afgunst aan mijn broer en zus die op datzelfde moment respectievelijk in Toscane en in de Provence hoogstwaarschijnlijk achter een cappuccino in de zon zaten.
Ik was toen samen met enkele vakantievrienden die een opleiding aan de K.M.A. volgden. Zij waren door hun training gehard en hielden mij opgeruimd en akelig ongevoelig voor de snijdende kou een wijsheid van een van hun opleiders voor: 'Kou is een emotie.' Ja ja, het zal wel, maar dan heb ik nu last van een negatieve emotie, dacht ik toen niet al te blij.
Ik heb mij tijdens mijn vakantie op IJsland manmoedig door het weer heen geslagen, maar ik beleefde qua temperatuur moeilijke momenten.
De eerder geciteerde Daanen heeft onderzoek gedaan naar klimaatgerelateerde sterfte. Hij vermoedt dat er een ideale temperatuur bestaat waarin de mens het best gedijt en dus ook het oudst wordt: dat is een laffe 17 graden. Het zal wel: doe mij maar een 30 plus.