
Vandaag (21 december 2025) was de kortste dag van het jaar en dat suggereert dat er maar weinig licht tot ons kwam, maar niets was minder waar: de zon scheen overvloedig en ook al werden we op een rantsoen van 7 uur en 41 minuten daglicht gesteld op deze zondag, gevoelsmatig was er veel en lang licht. Het contrast met gisteren kon niet groter zijn: toen was het mistig, killig en liet de zon zich de hele dag niet zien.
Ik profiteerde van deze onverwacht zonovergoten en verrassend zachte winterdag door een lange (en schitterende) wandeling te maken: ik zou vandaag in totaal drie uur en drie kwartier ‘aan de loop’ zijn en 24 kilometer onder mijn voeten door zien gaan.
Laat ik vooropstellen: ik deed dit voor mijn lol, maar het is een prettig idee dat de gezondheidswinsten van veel bewegen gigantisch zijn. Twee neurologen stellen in hun bijdrage ‘Er is iets wat we kunnen doen om dementie en Alzheimer tegen te gaan, en het is gratis’: ‘Voor het zogenaamde neuroprotectieve effect van beweging en fitheid op de hersenen is de laatste tien jaar veel wetenschappelijk bewijs geleverd in honderden studies.’ En die wetenschap was mooi meegenomen op deze dag dat ik veel bewoog.
Ik liet mij afzetten bij Westlaren (dat tegen Zuidlaren aanligt en op ongeveer 25 kilometer van mijn woonplaats Groningen ligt) en vandaar zou ik wel zien. Het toeval leidde mij naar een breed zandpad en vandaar was mijn wandeling een aaneenschakeling van dwalen over karrensporen, bospaadjes en landweggetjes door plas- en drasland, door bossen en langs akkers.
Je zult mij niet horen zeggen dat ‘dit het avontuur was’, maar ik voelde me wel heerlijk los, vrij en had geen vaste route; bij elke kruising koos ik de richting die me op dat moment de mooiste leek en het kon me eigenlijk niet schelen waar mijn voettocht zou eindigen: ik had een OV-chipkaart en als op de plek waar ik uit zou komen geen buslijn liep, dan zou ik wel terug naar Groningen liften, zoals ik dat vorige week nog had gedaan. En stiekem is dat toch een klein beetje avontuur.
Toen ik de borden las over de herinrichting van Roodzanden (een gebied van 60 hectare in het beeklandschap van de Drentsche Aa) en de rijplaten die daarvoor door de weilanden waren gelegd, kon ik niet nalaten wat grimmig te denken: het landschap wordt hier onherstelbaar verbeterd, maar als ik de gedachte erachter lees, moet ik misschien niet te snel oordelen. Toch bekruipt me bij dit soort ingrepen in de natuur altijd de gedachte: laat de natuur toch gewoon haar gang gaan, dan komt het wel goed.
De komende week wordt het een stuk guurder, dus ik was blij dat ik deze zonnige dag ten volle benut had. En de gedachte dat vanaf morgen de dagen alweer lengen, stemde mij vrolijk: we gaan weer ‘richting het licht’. Daarom wil ik deze weblogbijdrage afsluiten met een variant op de slotregel van Bloems gedicht ‘Kortste nacht’: ‘Morgen reeds zal ’t nachten korter zijn’.