Ook deze vrouw heeft begrepen dat wandelen goed is voor haar cognitieve vaardigheden.
Vandaag (30 januari 2016) is mijn bron nu eens niet De Volkskrant, maar – hou je vast – Le Monde, het vooraanstaande links-liberale dagblad uit Frankrijk. Het is niet dat De Wereld zulk brekend nieuws brengt dat ik het aanhaal, maar er staat een artikel in dat mij zeker aanspreekt. Want wat brengt deze kwaliteitskrant voor nouvelle?
Apprendre, c’est marcher! Oftewel: leren is wandelen! ‘L’exercice qui semble avoir le plus d’impact sur nos capacités cognitives est aussi le plus simple, puisqu’il s’agit de la marche’ staat er in het begin van het artikel. Hetgeen getrouwelijk overgezet zijnde in onze schone Dietse taal luidt: ‘De lichamelijke inspanning die de meeste impact heeft op onze cognitieve vaardigheden is ook de eenvoudigste: dat is het lopen.’
Barbara Oakley (hè, wie? O, die) zegt het en dan is het WAAR, want zij heeft ervoor doorgeleerd. Ze noemt het voorbeeld van een chemicus uit de negenentiende eeuw, Alexander Williamson die stelde dat een goede wandeling gelijkstond aan een week werken in zijn laboratorium.
Ook vele schrijvers, zoals Jane Austen en Charles Dickens, vonden inspiratie in frequente, lange wandelingen. Ikzelf kende het heilzame effect van wandelen natuurlijk ook al lang. Niet voor niets heb ik meermalen de woorden hierover van mijn favoriete wijsgeer Nietzsche (zelf een fervent wandelaar) aangehaald: ‘Nur die ergangenen Gedanken haben Wert’, oftewel: alleen die gedachten die je al wandelend krijgt hebben waarde. Maar waarom stimuleert het wandelen de creativiteit?
Allereerst breng je je geest al wandelend in, wat Barbara Oakley noemt de ‘diffuse thinking mode’. Je laat je gedachten wat dobberen en je focust op niets in het bijzonder. Kom er maar in, Barbara:
‘Diffuse-mode thinking is also essential for learning math and science. It is what allows us to suddenly gain a new insight on a problem we’ve been struggling with, and is associated with “big picture” perspectives. Diffuse-mode thinking is what happens when you relax your attention and just let your mind wander. This relaxation can allow different areas of the brain to hook up and return valuable insights. Unlike the focused mode, the diffuse mode is not affiliated with any one area of the brain—you can think of it as being “diffused” throughout the brain.[v] Diffuse-mode insights often flow out of preliminary thinking that’s been done in the focused mode. (The diffuse mode must have clay to make bricks!)’
Maar, hoe goed ‘een luchtje scheppen’ en ‘de zinnen verzetten ook is voor een frisse manier van tegen de dingen aankijken’, dat is het niet alleen. Het schijnt ook dat de wandelbeweging zelf direct op het brein inwerkt.
Daarvoor heeft men een psychologisch experiment bedacht. Eén groep liet men wandelen, een tweede groep liet men stilzitten. En wat bleek? De beweeggroep bleek in staat tot het geven van inventieve antwoorden die tot wel 100% boven die van de ‘immobiliteitsgroep’ lagen. Maar daar bleef het niet bij.
Men heeft het experiment nog een keer uitgevoerd, waarbij ditmaal de lopers naar binnen werden gehaald en op een loopband werden gezet. De immobiele groep werd naar buiten gestuurd, maar in een rolstoel. De uitkomst: ook dit keer waren degenen die hun voeten aan het werk moesten zetten creatiever in hun antwoorden.
Dus die oubollige, oerhollandse kreet ‘De paden op, de lanen in, voorwaartsch met fermen pasch!’ van onze voorvaderen was zo gek nog niet.