Geisha’s zijn geen fotomodellen!

Een geisha uit Kyoto.

Een weblog moet je regelmatig onderhouden, anders verlaten zelfs je trouwste lezers je digitale thuishaven op den duur. Mijn laatste bijdrage dateert alweer van 23 februari, dus zat ik er de afgelopen dagen op te broeden waar ik het in mijn eerstvolgende column over zou hebben.

Het trieste eenjarig jubileum van het overlijden van mijn geliefde hond Luna? Vrijdag 10 maart 2023 moest ik haar tot mijn grote verdriet laten inslapen. Dus deze 8e maart is het strikt gezien precies een jaar geleden dat ze ons moest verlaten. Maar 10 maart is toch de officiële datum, dus die houd ik maar aan.

Ander onderwerp: de zogenaamde ‘ecologische rouw’, waar ik eerder over schreef en waar ik door de column van Peter Middendorp in De Volkskrant van vrijdag 8 maart aan herinnerd werd? Mwah…

En toen stuitte ik ineens op dit bericht in de Bild Zeitung van eergisteren (8 maart 2024): een artikel over geisha’s in het Japanse Kyoto. Deze gezelschapsdames (volgens de website Historia is een geisha ‘een professionele gastvrouw die bij Japanse diners de gasten vermaakt met zang, dans en conversatie’) worden als een soort supersterren gefotografeerd door massa’s toeristen die zich als paparazzi gedragen en voor zoveel overlast zorgen dat het gemeentebestuur van Kyoto heeft besloten om de wijk Gion af te sluiten.

Het artikel bracht me onmiddellijk terug naar de zomer van 2003, toen ik met mijn vrouw naar het Land van de Rijzende Zon op vakantie ging. We sloten in dat jaar de backpackperiode in ons leven af. Mijn vrouw was namelijk een maand zwanger en hoe we in het vervolg ook vakantie zouden houden, één ding wisten we vrij zeker: we zouden nooit meer getweeën met gevaar voor eigen leven een beijsd, steil hellend pad oversteken (iets wat we in Nepal gedaan hadden).

En we zouden evenmin meer op een 100 cc Honda-motor zonder helm en zonder pak met 70 km/u over wegen slalommen, waar varkens, kippen en geiten onbekommerd rondscharrelden en waarin gaten als meteorietinslagen zaten (zoals we dat op Bali hadden gedaan).

En de kans dat ik van een waterval van bijna tien meter hoogte zou springen, daarbij rakelings langs een rotswand scherend (iets wat ik in Turkije had gepresteerd), was ook wat kleiner geworden. Japan was een hoogontwikkeld land, dus het rugzakreizen was daar sowieso anders dan het in bijvoorbeeld Indonesië, China of India.

Op onze (ongeorganiseerde) rondreis over het eiland Honshu deden we – uiteraard – ook Kyoto aan. ‘Uiteraard’, schrijf ik, want Kyoto is gedurende duizend jaar de hoofdstad van Japan geweest en ook heden ten dage nog is het het culturele hart van het land.

Kyoto is verder bekend om haar geisha’s. De Westerling krijgt bij dat woord vaak rosse visioenen, maar een geisha is geen hoer. Om dit misverstand uit de wereld te helpen laat ik graag Japan-kenner Ian Buruma aan het woord:

‘Het fraaiste voorbeeld van het theater geworden leven is de beroemdste pop-vrouw aller tijden: de geisha. Zij is het hoogste menselijke kunstwerk, het kunstige product van een cultuur die even speels als esthetisch is. Zij is kenmerkend voor het traditionele Japanse gevoel voor schoonheid. Alles wat zij doet is gestileerd volgens strenge esthetisch regels (…) De geisha is in elk geval geen prostituee (…) De geisha is een artieste, die niet mooi of jong hoeft te zijn. Ervaring en artistieke vaardigheden zijn van groter belang.’ (De spiegel van de zonnegodin, p. 90/91).

Ook ruim twintig jaar geleden vonden er al paparazzi-achtige taferelen plaats, waar Bild Zeitung over bericht als een geisha in de Kyotose wijk Gion aan toeristen verschijnt. In mijn dagboek over die vakantie schrijf ik namelijk: ‘Als paparazzi wachtend om een glimp van een filmdiva op te vangen, stonden de toeristen met hun camera in de aanslag. De geisha’s speelden het spelletje mee en gedroegen zich ook als vedettes van het witte doek.’

Als de wijsgeer die ik toen al was schrijf ik daar achteraan: ‘Ik bedacht dat het de geisha’s, met hun verfijnde cultuur, wel als bijzonder plat tegen de tengere borst moet stuiten dat Westerlingen hen als roddelbladfotografen staan op te wachten en, totaal niet geïnteresseerd in hun achtergrond, snel een plaatje van hen schieten en zich dan weer weg haasten.’

Jaren later zou ik in een Volkskrant-artikel een citaat tegenkomen van iemand die zelf getrouwd was met een ex-geisha. Hij vatte de kern van de magie van een geisha als gezelschapsdame kernachtig samen:

‘Wie met een maiko (een leerling-geisha – AD -) of geisha is, praat even niet over de huur, de rekeningen of de opvoeding van de kinderen. Ze zorgen ervoor dat een man zich heel speciaal voelt (…) Ze verkopen dromen. De hele avond ben je in het gezelschap van een prachtige, beschaafde vrouw die je alle aandacht geeft, maar met wie je nooit seks zult hebben. ook al hoop je daar toch een beetje op.’

Ik ben blij dat ik 21 jaar geleden nog onbekommerd door de wijk Gion in Kyoto kon rondwandelen. Zoals op veel plaatsen in de wereld heeft het toerisme in Kyoto zich dus tegen zichzelf gekeerd.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *