Vogelende dames (in de betekenis van:’naar vogels kijkend’)
Vandaag (6 januari 2017) is het Driekoningen, maar daar gaan we het hier niet over hebben. Nee zeg, klik dan hier maar op.
In deze bijdrage wil ik nog even terugkomen op de column van Jean-Pierre Geelen in De Volkskrant van gisteren.
Geelen bekritiseert daarin de hijgerige Big Year-twitchers, oftewel, de fanatieke vogelaars die in één jaar over de hele wereld zoveel mogelijk vogelsoorten gespot willen hebben.
Arjan Dwarshuis is de nieuwe recordhouder op dit dubieuze onderdeel met 6833 soorten in 366 dagen. Gezien in 40 landen en alle continenten behalve Antarctica. Wat daar de lol van is, moet je mij niet vragen. Zoals trouwe lezertjes van dit weblog weten, ben ik zelf ook een, bij vlagen, fanatieke amateur-ornitholoog, maar voor mij is de situatie, de sfeer eromheen minstens zo belangrijk als het zien van een bijzondere vogel zelf.
Geelen schrijft: ‘Mijn eerste wielewaal, roerdomp en ijsvogel waren betoverende ervaringen.’
Zo gaat het mij ook. Ik kan me nog de eerste – en tot nu enige – keer herinneren dat ik een roerdomp zag. Het was lang geleden (toen er uit alle brievenbussen nog inbrekersvriendelijke touwtjes hingen), mijn beide ouders leefden nog en ik liet met hen onze hond uit (die ook al dood is).
We liepen in recreatiegebied De Groene Ster (die ik als puberjongen vanwege frequent cruisen door homo’s ook wel schertsend ‘De Bruine Ster’ placht te noemen. Doch dit terzijde.) en vanuit De Grote Wielen, een waterrijk gebied tussen Leeuwarden en Tietjerk, vloog een roerdomp over. Onmiskenbaar door zijn tekening en zijn silhouet. Na al die jaren weet ik de hele situatie nog. En dat is me dierbaar.
Behalve dat dat Freek Vonkerige’ jagen op vogels van Big Year-mensen wat sneu oogt, heeft het ook nog eens een keerzijde: volgens Arjan Dwarshuis was een ‘hele belangrijke reden’ van zijn vliegensvlugge tocht over de wereld het ophalen van zoveel mogelijk geld voor het behouden van met uitsterven bedreigde vogels.
Sympathiek, verdient onze steun. Zou je zeggen. Maar Dwarshuis heeft nog maar € 20.000,- opgehaald, terwijl hij met al dat rondvliegen in kerosineslurpende Boeings een CO2-voetafdruk van jewelste op onze breekbare aarde heeft gezet.
Ik hoop in mijn leven nog vele mooie vogels op diverse werelddelen te mogen zien, maar de kans dat ik mij bezondig aan een ‘Groot Jaar’-vogeljacht lijkt mij bijzonder klein. Laten we zeggen: zo klein als het eitje van een kolibri.