Ik was het eigenlijk helemaal niet van plan, een nostalgisch stukje schrijven, maar vandaag (29 december 2017) kwam ik via Facebook in contact met een ex-klasgenote. En die stuurde me bovenstaand krantenknipsel: alle namen van ex-klasgenoten die zesendertigeneenhalf (!) jaar geleden geslaagd waren voor het eindexamen aan het Stedelijk Gymnasium in Leeuwarden. Tsja, en toen was er geen houden meer aan…
Weemoed, jongens en meisjes, het was al weemoed wat de klok sloeg. Ik zag al die namen aan me voorbijtrekken en de voor de hand liggende vraag drong zich op: wat is er van al mijn klasgenoten van destijds geworden?
Van sommigen wist ik dat min of meer, want die had ik nog redelijk kortgeleden gesproken, tijdens de reünie van mijn voormalige school, waar ik eerder over schreef. En van één persoon wist ik helaas dat ze overleden was; dat had ik gezien bij de intekening voor die reünie.
Van anderen had ik sinds ons uiteengaan nooit meer iets vernomen, hetzij direct, hetzij indirect. En weer anderen kwamen helemaal niet voor bij de geslaagden, terwijl ik toch vrij zeker meen te weten dat ze bij die happy few hoorden: Joost de Jager, David Houwen, Ellen van der Meulen…
Mijn gedachten ijlden terug het verleden in en bleven haken aan een deurklink ergens in Wirdum. Er was op dat adres, bij Wendelien Halbertsma, de dochter van een huisarts, een schoolfeestje.
Mijn toenmalige schoolvriend Joost de Jager en ik veroorzaakten daar enig tumult door er demonstratief in een pijp thee te gaan roken. Die had ik diezelfde middag gekocht bij een reformzaak en met een beetje goede wil kon je daar best een sterke, onbekende wietvariant in zien.
Enig effect had dit spul niet op mij, maar toen al was ik niet vies van een stukje theater en wat vuurwerk. Daarom deed ik net of ik knetterstoned was. En als een polderuitvoering van Jim Morrison rolde ik over de grond, daarbij onsamenhangende klanken uitstotend (ik herinner me nog dat dit mij later op minachtende opmerkingen van David Houwen kwam te staan, bij wie Joost de maandag na het feest verslag uitbracht).
En ik moest terugdenken aan een logeerpartij in Lemmer, bij klasgenoot Robert Cuiper. Op de weg daarnaartoe, bij de stationskiosk van station Lemmer, hadden Joost en ik ons op slinkse wijze een seksboekje toegeëigend: we hadden een Nieuwe Revue en een Chick of een Candy uit de schappen genomen en de Revue met daarin of daaronder het heteplaatjesboekje op de toonbank gelegd. Het behoeft geen betoog dat we alleen die Nieuwe Revue afrekenden. Ik geef toe dat het wat laat is om die zonde op te biechten, maar beter laat dan nooit, nietwaar?
Op de terugweg zat ik met klasgenoot Erik Eenkema van Dijk helemaal achterin de bus. We scheurden toen pikante foto’s uit het seksboekje en hielden die voor de achterruit omhoog, duidelijk zichtbaar voor ons achterop komende automobilisten.
Wat hun gezichtsuitdrukking was weet ik helaas niet meer na al die jaren, maar wat ik wel weet is dat dat Erik en ik enorme lol hadden in het inrichten van deze ongevraagde foto-expositie.
En zo kwamen allerlei herinneringen opborrelen bij het zien van die foto van een vergeeld, onooglijk krantenberichtje.
Ook voelde ik even een steek: ik bedacht dat ik weliswaar geslaagd was voor het eindexamen gymnasium, maar daarbij moet aangetekend worden dat ik dat deed met wat indertijd nogal schamper een ‘pretpakket’ werd genoemd door klasgenoten die een zwaar vakkenpakket meetorsten naar de eindstreep. Een pretpakket, dat waren alle talen plus geschiedenis.
Ja, jongens en meisjes, toen al was ik een ’talenman’ en het is nooit anders geworden. En nu is er niets meer aan te doen.
En ik moet zeggen dat ik het, ook na zesendertig jaar, nog altijd als een gemis in mijn leven voel dat ik geen aanleg had voor wis- of natuurkunde. Maar ja, wat is leven anders dan, knarsetandend of gelaten, te leren leven met je tekortkomingen?
Hoi André
wat late reactie, maar hetgeen je schets komt allemaal zeer bekend over bij mij. Met name het feestje bij Wendelien en het logeren bij Robert. Leuk om te zien dat je hobby van destijds, met taal bezig zijn en gedichten maken, kennelijk je beroep is geworden. En nog steeds als ik iets van de Doors hoor, moet ik aan jou denken als (destijds) een grote fan van Jim Morrison
Ik zelf woon al meer dan 25 jaar (met vrouw en zoon) in Arnhem en werk, na vele andere plekken in het land, nu al meer dan 10 jaar bij TenneT.
Was jij ook nog van plan om naar de reünie in januari 2019 te komen?