Een dichtgesneeuwde Arbersee in Zuid-Beieren
‘Verspreid in het land kan zaterdag ook een klein beetje regen of motregen vallen. De hoeveelheden zijn gering, maar helemaal droog blijft het niet. De temperatuur ligt ’s middags rond de 7 of 8 graden’, lees ik in het weerbericht in De Volkskrant van vandaag (5 januari 2019). Dat hebben we vaker gehoord en gelezen de afgelopen tijd.
Miezemuismisère, dat is de beste omschrijving van ons weerbeeld van de afgelopen weken. Een laffe flutwinter, mag ook.
Wat een schril contrast met het weer in het Beierse Woud (waar ik de afgelopen midweek was voor een korte vakantie): daar ligt momenteel een dik pak sneeuw en er heerst door de winterse omstandigheden zelfs totale verkeerschaos .
Gisteren wees de thermometer daar nog -6 graden aan. Ik kan het me, terug in het grijze Nederland, zonder een vlokje sneeuw en temperaturen royaal boven nul, al nauwelijks meer voorstellen, maar nog maar een paar dagen geleden was ik in een totaal andere wereld, waar volop werd geskied, gerodeld en gelanglauft.
Dat was niet alleen onbekommerde winterpret, het lijkt voor een Nederlander ook van een andere, voorgoed voorbije tijd en daarom maakte het mij ook weemoedig: zullen we ooit nog eens zo’n winter krijgen als de ´horrorwinter´ van 1979?
Ik was in dat jaar zestien en woonde nog thuis, in het gezellige boerendorpje T… Op een gegeven moment was dat volledig ingesneeuwd (‘Op het platteland van Friesland, Groningen en Drenthe raakten diverse dorpen volkomen geïsoleerd van de buitenwereld door metershoge opgewaaide sneeuwduinen´, lees ik op een website over die ongehoord strenge winter, dus ik verzin dit niet).
Om brood te halen in het kilometers verderop gelegen G… moesten mijn vader, mijn broer en ik er te voet op uit met een slee, want het was onmogelijk G… per auto of met het openbaar vervoer te bereiken.
Hoewel het al bijna veertig (!) jaar geleden is, weet ik nog dat de stemming tussen mij, mijn broer en mijn vader goed was. Er heerste zeker geen paniek in huize Degen. Wij maakten er een tegelijk ‘heroïsche’ en gezellige voettocht van.
Achteraf heb ik me wel afgevraagd hoe die bakker in G… bevoorraad werd; was het dus maar enkele kilometers verderop gelegen dorpje dan sneeuwvrij? Ik kan het me niet voorstellen, want in de wijde omtrek van Leeuwarden was er een ‘sneeuwalarm’ afgegeven waardoor scholen een aantal dagen gesloten bleven.
Gesteld even dat G… ook door de hevige sneeuwval van de buitenwereld was afgesloten, hoe kwam die bakker dan aan zijn bestanddelen? Het zal wel altijd een raadsel blijven, maar goed, het is ook niet van levensbelang.
Het terugdenken aan die winter van 1979 zet bij mij een ‘drietrapsweemoed’ in gang: het besef dat dergelijke strenge winters definitief tot het verleden behoren in ons niet-meer-zo koude kikkerlandje, de wetenschap dat mijn jeugd ver achter mij ligt en het feit dat mijn beide ouders dood zijn vervullen mij met melancholie.
‘Mais où sont les neiges d’antan, waar is de sneeuw van vroeger?, schreef François Villon al in 1461 in zijn gedicht Ballade des dames du temps jadis (de ballade van de vrouwen van vroeger).
Ja, waar is de sneeuw van vroeger, die geluiden dempte, die de wereld deed lijken op een nostalgische ansichtkaart door haar te bedekken met een laagje witte onschuld en die, voor even, de lelijkheid van het leven bedekte?