Het weekend doorlopen

Het mooie Twentse land.

Voor dit weekend stonden er voor mij en mijn goede vriend C. weer twee trajecten van het Marskramerpad op de rol (maar het zou er vanwege het ‘inklemente kolereweder’ (Reve dixit) op zondag uiteindelijk maar één worden). Zoals we eerder Nederland van Noord naar Zuid doorliepen, zo doorkruisen goede vriend C. en ik sinds kort ons land van Oost naar West.

Deze zaterdag (17 februari 2024) was het startpunt van onze tweede weekend Marskramerpad in Borne, zoals ik al had aangekondigd in mijn weblogbijdrage van 20 november 2023.

Vanaf het stationnetje van Borne (waar gelukkig een gezellig koffietentje open was, de Koffiekaravaan) kon je via de ‘aantakroute’ beginnen bij Erve Aalderink, ten noordoosten van Borne, maar goede vriend C. en ik besloten te smokkelen en liepen westelijk en takten ergens aan op de Marskramerpadroute waar op het kaartje van mijn gids staat: ‘Alternatieve route bij drassig pad’. Sowieso zijn we – eigenlijk al vrij in het begin van het Marskramerpad – trouwens niet heel strikt in het navolgen van de route.

Bij een onbemand openluchtzelfbedieningsbarakje bij een boerderij (?) die werd aangeduid als Bokdam hielden we even halt voor een kop thee. Je kon het verschuldigde geld deponeren in een daartoe opgehangen bak. De Westerling die zich wilde koesteren in een romantisch droombeeld van het idyllische platteland (‘Hier kan dat nog, hier zijn ze nog goed van vertrouwen’), werd hardhandig uit de droom geholpen: boven in het nisje waar je jezelf koffie of thee kon inschenken hing een camera en daarbij de tekst: ‘Diefstal wordt geregistreerd en op sociale media gezet.’

Noordmolen op Landgoed Twickel betekende een stop in onze wandeling. De oliemolen uit de veertiende eeuw was natuurlijk op alle onderdelen gerestaureerd, maar bij het aanschouwen en aanhoren van de houten raderen kon je je toch wel voorstellen hoe zevenhonderd jaar geleden olie uit lijnzaad werd geperst.

Een jonge vrouw, die wij schertsend ‘Molina’ doopten (het Latijnse woord voor ‘molen’), gaf uitleg over de werking van de Noordmolen en de verschillende gebruikte soorten hout. We bleven wat langer hangen dan je zou verwachten, maar dat had er alles mee te maken dat ze zo charmant lachte dat het net was of de lente, die toch al met rasse schreden naderde, nog sneller tot ons kwam. Zij zou ook meteen het enige vrouwelijke schoon zijn dat wij dit weekend tegen zouden komen (maar dat wisten we toen nog niet).

Goede vriend C. en ik waren minder te spreken over de routeaanduiding van het Marskramerpad dan die van het Pieterpad, want het lukte ons zowaar om in de buurt van Groot Hobbelink (een monument? een boerderij?) kortstondig te verdwalen.

Maar goed, we ’takten weer aan’ en bij Wolves smokkelden we andermaal. Dat moest ook wel, want wij hadden een onderkomen geboekt in Enter en dat voormalige klompenmakersdorp laat het Marskramerpad links liggen.

Vandaag (18 februari 2024) zouden goede vriend C. en ik een volgend traject van het Marskramerpad lopen, maar toen we onze neus buiten de deur staken en het nat, winderig, grijs en koud was (een weerbeeld dat de hele dag aan zou houden, aldus het weerbericht), was ons besluit snel genomen: we zouden via de kortste route naar Rijssen lopen en vandaar de trein naar onze respectievelijke huizen nemen. En aldus geschiedde.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *