Gerard Reve: (foto)genie

Reve in Greonterp
Gerard Reve te midden van parafernalia, waaronder enkele flessen drank ‘voor de instandhouding van het ‘image van drankzucht, verwording & ondergang’, zoals hij in een brief aan Josine M. schreef
© Eddy Posthuma de Boer

Vandaag (25 februari 2015) staat er een lang artikel over onze Grote Volksschrijver Gerard Reve in De Volkskrant (past goed: een Volksschrijver in de Volkskrant).

De aanleiding voor dit stuk is de verschijning van het fotoboek Door het oog van de tijd van de Amsterdamse fotograaf Eddy Posthuma de Boer. Posthuma de Boer ontmoette Reve vele malen en zijn poseersessies met de Grote Volksschrijver omspannen een periode van meer dan 40 jaar.

Over de fotogeniekheid merkt Posthunma de Boer op: ‘Zijn anatomie klopte, daar heb je als fotograaf oog voor. Hij had een goed gelaat, sterke handen ook. Een intelligent, geïnteresseerd gezicht. Had een politicus kunnen zijn.’ Mooie observatie, afgezien van die laatste zin die op mij wat bevreemdend werkt en waar Reve ook niet zo blij mee geweest moet zijn.

Reve was zijn tijd in meerdere opzichten ver vooruit: in de jaren zestig had hij al door dat een schrijver moet zorgen voor, wat decennia later door snelle marketingjongens rumour around the brand werd gedoopt; constante publiciteit rondom je persoonlijkheid, je ‘merk’ creëren en het doorlopend bouwen aan je imago. Wil het publiek een gekwelde, door drankzucht geteisterde auteur zien? Dan krijgt het publiek toch een gekwelde, door drankzucht geteisterde auteur te zien! Of dat nou een waarheidsgetrouw beeld is of niet. ‘Give the people what the want’, Ray Davies zei het in 1981 al.

Zo omringde Reve zich met flessen drank, ‘voor de instandhouding van het ‘image’ van drankzucht, verwording & ondergang’, zoals hij in een brief aan Josine M. schreef. Terwijl de realiteit op dat moment nuchterder was: ‘Ik had in werkelijkheid 2 dagen geen druppel geproefd, want zodra ik alkohol in mijn lijf heb, ben ik niet fotosjeniek meer & krijgt ik iets bruuts, traags & dierlijks, terwijl mijn anders zo lieve kop door zwelling wordt ontsierd.’

Waarbij ik aanteken dat ik Reves eigenzinnige spelling heb gehandhaafd, inclusief het typische jarenzeventigachtige ‘fotosjenieks’. Reve wilde graag unzeitgemäß, tegen de tijdgeest zijn, maar ook hij ontkwam er natuurlijk niet aan af en toe ook het kind van zijn tijd te zijn.

‘Over de late foto’s hangt de schaduw van Reve’s alzheimer’, staat er in het Volkskrant-artikel. Ik betrap mezelf erop dat ik niet graag naar foto’s van hem kijk uit die periode waarin de sluipmoordenaar Alzheimer gaten sloeg in zijn geheugen en hem tenslotte het schrijven onmogelijk maakte. Naar aanleiding van het boekje De nadagen van Gerard Reve dat Ad Fransen schreef over de ‘geistige Umnachtung’ van de Grote Volksschrijver maakte ik ooit het volgende gedicht:

Levende legende

‘Ik moet nodig weer eens beginnen.’
Het nieuwe boek blijft hangen.
De schrijver voor wie het geheugen
een kwelling was
herkent zijn bevrijder niet:
Stukken hersenschors drijven
in troebel oogwater.
Op zijn verjaardag geen jaartje ouder
opgenomen in tijdloosheid.
‘Als ik doodga
word ik onverdwijnbaar,
of hoe heet dat ook alweer?’

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *