De kantoortuin, Hof van Eden? Nee, dat is natuurlijk overdreven, maar het is mijn wat wrevelige reactie op een serie artikelen in de Volkskrant Magazine van vandaag (23 mei 2020), waarin de geneugten van het zzp’schap in alle toonaarden worden bezongen. En waarin het kantoorleven wel erg ongunstig wordt afgeschilderd.
Allerlei zzp’ers – journalisten, fotografen, columnisten, vormgevers – komen in het Volkskrant Magazine aan het woord. En in hun verhalen komen zo’n beetje alle clichés over het door hen zo verguisde kantoorleven wel voorbij: ‘Ik haat de geur van kroketten en soep in bedrijfskantines,’ aldus journaliste Corine Koole.
En journaliste Pieta Verhoeven ‘kan overal doorwerken, behalve in een kantoortuin’, want ja, afleiding hè, al die telefoontjes die collega’s plegen en die je gedwongen bent mee te luisteren.
En journaliste Carolien Spaans moet ook niks van een bedrijf’ hebben, want in haar opsomming van de negatieve kanten die kleven aan een kantoorbaan, komt steeds ‘bedrijfs’ als negatief suffix terug: ‘Ik heb een afkeer van bedrijfskantines, bedrijfstuinen (?), bedrijfspolicy…’
En vormgeefster Astrid Terpstra heeft een eeltlaag gevormd (een ‘isolatielaag’, zoals ze het zelf noemt) tegen al die kantoorellende: ‘Ik heb als zzp’er nu een isolatielaag die roddels, rumoer, stress over deadlines en andere kantoorperikelen niet binnenlaat.’
Ja ja, nu hebben we alle vooroordelen tegen het vreselijke leven als ‘loonslaaf’ wel weer gehoord en is de karikatuur compleet. De op kantoor werkende mens is een deemoedige sul, een slaaf van zijn controlerende baas, doorlopend stijf staand van de stress, hijgerig jagend van deadline naar deadline. En in de spaarzame ogenblikken van rust is hij in troosteloze bedrijfskantines veroordeeld tot waterige soep en smakeloze kroketten.
Ik, de dichter/schrijver (of geen van beiden) André Degen heb zelf 23 jaar in het bedrijfsleven gewerkt, op een afdeling van zes tot acht mensen (een kantoortuin, dus) en… heb het daar uitstekend naar mijn zin gehad!
Heeft dat bijna een kwart eeuw durende verblijf te midden van gestreste, roddelende, kroketten etende en op je lettende collega’s een negatieve invloed gehad op mijn creativiteit? In het geheel niet!
Nu ik – noodgedwongen – een bestaan leid als verkapte zzp’er en dus beide kanten ken, ben ik misschien geneigd het kantoorleven enigszins te romantiseren, want mensen, mensen, het leven als (pseudo-)zzp’er valt niet mee!
Ja, je bent vrij en ja, je hebt geen baas, maar daar staan heel wat minder prettige zaken tegenover: de permanente onzekerheid, de afhankelijkheid van opdrachtgevers, je kwetsbare maatschappelijke positie (want de meeste zelfstandigen kunnen de premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering niet opbrengen (ik ook niet) en pensioen bouw je niet op.
En dan heb ik het nog niet eens over het talloze nabellen/namailen van leveranciers voor wie je een dienst hebt geleverd, maar die dan maanden wachten met betalen. En een drukmiddel heb je niet…
Nee, jongens en meisjes, laat je niks wijsmaken: het zzp-schap klinkt heel uitdagend, maar er gaat niks boven een degelijke kantoorbaan, waar je elke maand – op tijd – je loon krijgt, waar je een pensioen opbouwt en, in geval van ziekte, keurig doorbetaald krijgt. Lang leve het kantoorleven!