Iedere ochtend sla ik de krant open en dan is het net of reusachtige vlindervleugels zich ontvouwen. Dan is de dag geopend. Deze dag (22 januari 2021) volgde ik datzelfde ritueel en zo las ik in De Volkskrant dit artikel, over het fenomeen ‘bosbaden’.
Bosbaden is een gezondheidstrend die is overgewaaid uit Japan: shinrin-yoku (森林浴). De Japanse professor Qing Li (wie kent hem niet? – AD – ) schreef er bestellers over, waaronder: Shinrin-yoku – De kunst en wetenschap van het bosbaden (2018).
Maar bosbaden, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Is het in je blote kont in een ijskoud vennetje springen, midden in een bos? Of is het: je badkuip achter in je auto meenemen naar een bos, op een gasbrander water aan de kok brengen, je kuip vullen en dan, op een open plek, hup, een zwierige duik in je bad nemen?
Nee, nee, bosbaden betekent dat je je onderdompelt in de atmosfeer van het bos en de omringende natuur aandachtig beleeft met al je zintuigen, het is, aldus het Volkskrant-artikel, ‘je op uiterst bewuste wijze door een natuurlijke omgeving bewegen: om je heen kijken, ruiken, aanraken en met niets anders bezig zijn dan de geluiden en de geuren van het winterbos- of park.’
Op de website van de Shinrin Yoky Academy staat het als volgt gedefinieerd:
‘Je neemt geen écht bad in het bos, maar je dompelt je onder in het groen. Dat doe je door je tempo te verlagen, je zintuigen bewust te openen en de helende atmosfeer van het bos als het ware je lichaam en geest in te laten stromen. Daardoor ervaar je een diepe ontspanning en ontstaat er ruimte om ‘uit je hoofd’ te komen. Je bent volkomen in het hier-en-nu en je wordt stil.’
Het bovenstaande moge zweverig klinken, bosbaden is wel degelijk wetenschappelijk onderbouwd.
Maar als je een kwestie écht wetenschappelijk wilt aanpakken, moet je natuurlijk ook wederhoor toepassen. Die komt in het Volkskrant-artikel van een andere wetenschapper (hoewel… hoe wetenschappelijk is een hoogleraar ‘natuurbeleving’…), Agnes van den Berg:
‘Agnes van den Berg, omgevingspsycholoog en hoogleraar natuurbeleving aan de Rijksuniversiteit Groningen, plaatst een kanttekening bij de trend. ‘Er worden nogal grote claims gedaan over de effecten van bosbaden, met verwijzing naar wetenschappelijk onderzoek. Zelf vind ik die claims te sterk.’
Het onderzoek zit volgens Van den Berg niet altijd even solide in elkaar. ‘Dan wordt er bijvoorbeeld een vergelijking getrokken tussen mensen in het bos en mensen op een druk kruispunt in hartje Tokyo. Uiteraard heeft die laatste groep meer last van stress. Ik ben überhaupt wat argwanend naar onderzoeken uit Japan, waar bosbaden door de regering wordt gepromoot als gezonde volksactiviteit nummer een. Er is te veel invloed van de overheid, die deze studies veelal financieren.’
Ik ben zelf geen type voor zweverige zaken als bijvoorbeeld oerdansen op het strand of een workshop koeknuffelen (ik weet wel wat een koek eten is, maar een koek nuffelen?) is aan mij niet besteed (‘we maken allereerst kennis met de lieve dieren. Zo stellen we ons voor aan de koeien en kalfjes. Wij leren jou de taal van de koe en jij weet vervolgens precies hoe je moet ‘koemuniceren’. Zodat je je helemaal op je gemak voelt tussen de koeien.’ Tsja)
Maar bosbaden heeft voor mij niets zweverigs (hoewel ik zelf niet snel op blote voeten over het mos zal lopen. Aan de andere kant: waarom eigenlijk niet?) Zelf heb ik namelijk al vele malen de heilzame effecten van een boswandeling aan den lijve (en ‘aan den geeste’) ondervonden.
Ik hoef alleen maar te denken aan de vele boswandelingen die ik met goede vriend C… tijdens onze Pieterpad-sessies heb gemaakt en er daalt een grote sereniteit over mij neer.