Johan Cruijff in het Stade de Colombes in Parijs, in 1969 in de beslissingswedstrijd tegen Benfica, in de kwartfinales van de Europa Cup I. Cruijff is op weg naar het Portugese doel en op weg naar een doelpunt (klik op de foto voor een VERGROTING).
© ANP
Vandaag (30 juni 2016) te midden van allerlei ellendige nieuwtjes (ik doe maar een greep: dit en dit)
even een bericht over Johan Cruijff dat wat lichter van toon is:
Het gaat om een boek dat Chérif Ghemmour, een Franse (sport)journalist van Algerijnse afkomst, heeft geschreven over het voetbalgenie van de Lage Landen (het Volkskrant-artikel suggereert trouwens een beetje dat het om een nieuw boek gaat, maar dat klopt niet: ik vond een artikel uit november 2015 waarin er al sprake is van het boek over JC).
Waarom dit bericht nou juist op deze dag in de krant komt? Het is precies veertien weken na de dood van de grootste voetballer aller tijden, aldus Willem Vissers, voetbalverslaggever voor De Volkskrant. En dat is een goede reden, toch? Noem het een mini-gedenkjubileum.
De naam ‘Johan Cruijff’ (zijn achternaam in uitspraak verfranst tot ‘Kroeijff’) gonsde aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw in Frankrijk rond. Ghemmour, een jongetje van zes in die tijd, raakte in de ban van de man die voetbal verhief tot strategisch ballet.
Hij raakte gefascineerd door het Oranje-(totaal)voetbal en door de man die dat voetbal domineerde in het bijzonder. De sterrenstatus en het dienovereenkomstige gedrag van met name nummer 14 spraken hem bijzonder aan; voor hem (en zijn generatiegenoten) was Cruijff een soort popster.
In een vraaggesprek gaat Ghemmour helemaal los over de gratie, de lichtvoetigheid van Johan Cruijff. Zijn woorden spreken mij bijzonder aan; omdat het in het Frans is (altijd +1) en omdat ik mij kan vinden in zijn mateloze bewondering voor de onnavolgbare stijl van Cruijff. Kom er maar in, Chérif:
‘Cruyff, c’est la grâce à l’état pur. Je ne connais pas joueur plus élégant dans ses course (sic) et ses gestes.’ Oftewel: Cruijff, dat is gratie in zijn zuiverste vorm. Ik ken geen geen speler van wie de tred en de gebaren eleganter zijn.
En sprekend over de gracieuze manier van bewegen van JC heeft hij het over ‘une grâce féline qui donne l’impression de courir sur des coussins d’air, presque en lévitation.’ Dat wil zeggen: ‘[hij heeft] een roofdierachtige gratie die de indruk wekt alsof hij op luchtkussentjes loopt, bijna alsof hij zweeft.’
Ik kan me hier helemaal in vinden. Eenzelfde bewondering probeerde ik uit te drukken in mijn lofzang op de beste voetballer die deze planeet ooit heeft gekend in mijn gedicht Johan de Lichtvoetige, dat ik voor de gelegenheid nog maar eens van stal trek:
Johan de Lichtvoetige
Zijn voet schreef poëzie,
verhief parabool
tot stijlfiguur.
Hij schudde de zwaartekracht
af, zette zijn schaduw
op het verkeerde been.
Met de onmogelijke goal
vertrapte hij
de sterflijkheid.
© André Degen