Vandaag (22 november 2015) kwam ik terug van een weekend wandelen met goede vriend C… We zijn bezig met een meerjarenproject: het lopen van het Pieterpad. Erg systematisch gaan we daarbij niet te werk (zoals sommige routedelers die consequent de draad weer oppakken waar ze hem de vorige keer hebben laten liggen). Zo zijn onze startpunten voor weer een traject begonnen in, achtereenvolgens, Hardenberg, Doetinchem en Pieterburen.
Wij vatten het Pieterpad dus nogal hapsnapperig bij de kop. Maar dat mag de pret niet drukken. Goede vriend C… en ik hebben ons niet ten doel gesteld vóór een bepaalde datum de Sint Pietersberg aan te tikken. Ooit komt het ervan. En anders maar niet.
Het Pieterpad lopen, dat is: een met roodwitte ‘vaantjes’ aangegeven route volgen langs akkerzomen, bosranden, door elzebroekbossen (zoals het schitterende Schuitwater), langs hagen, en af en toe stilstaan bij een (gerestaureerd) monument.
Frappant is dat je tijdens zo’n wandeling-volgens-het-boekje nooit of te nimmer iemand onder de vijftig tegenkomt. Ik heb nog geen steekproef onder jongeren gehouden, maar het kan niet anders of de tocht te voet van Pieterburen naar de Sint Pietersberg heeft een stoffig imago. En het is ook wel zo dat er een sfeer van kneuterigheid hangt om het hele fenomeen Pieterpad, een van ‘hè ja, gezellig, kadetjes mee en een thermoskan koffie en dan de paden op, de lanen in, voorwaartsch met fermen pasch’. Maar feit is dat de mensen die je pad kruisen zonder uitzondering erg vriendelijk en welwillend zijn, dus dan neem je de kneuterigheid op de koop toe.
Goede vriend C… en ik liepen gisteren als eerste traject het stuk Vierlingsbeek – Swolgen (wie kent het niet?); een goede 20 kilometer. In Swolgen wachtte ons een verrassing: die avond zou het Prinsenbal zijn! We vielen met onze neus in de boter. Wij wilden dit kroningsfeest uiteraard niet missen. Na een verfijnde culinaire tongstreler (een ‘schnitzelmenu’) in het cafetariagedeelte van W… begaven wij ons naar het zaalgedeelte waar een en ander zou plaatsvinden.
Als respectievelijk Westerling en Noorderling voelden wij ons tamelijk misplaatst te midden van die ‘bokken en bokkinnen’ (zoals de aanwezigen steevast aangesproken werden door de diverse prinsen carnaval op het podium). Er waren allerlei praatjes, maar aangezien die niet ondertiteld tot ons kwamen, verstonden wij de helft tot driekwart niet (maar ik kan me niet voorstellen dat we veel gemist hebben).
Af en toe werd er een polonaise ingezet, maar hoewel een aantrekkelijke plaatselijke deerne aan het begin van de avond ons had beloofd ons te leren hoe je een polonaise moest lopen, werden wij niet één keer opgenomen in zo’n vrolijke parade (en de aantrekkelijke deerne liet zich ook niet meer zien).
Laten we het erop houden dat dit een interessant cultureel fenomeen was. Of, zoals goede vriend C… het de volgende morgen treffend verwoordde, toen wij, uitgebeierd door de klokken van de Sint Lambertuskerk, Swolgen verlieten: ‘Wij laten deze mensen nu achter met hun rituelen.’
O ja, voor wie het weten wil: Arno Kursten is verkozen tot de 62e Prins D’n Bok Swolgen. Waarvan akte.