Het is weekend (11/12 februari 2023): tijd om de speciale editie voor die beide vrije dagen van De Volkskrant tot me te nemen. Daarin tref ik, onder andere, deze column aan. Hij gaat over het fenomeen ‘morning pages’, de gewoonte van Julia Cameron om iedere morgen te beginnen met het volpennen van drie bladzijden met alles wat maar in je hoofd opkomt.
Via een actrice die niet met name genoemd wordt – en er verder niet toe doet – komt regisseuse en schrijfster Antoinette Beumer ertoe om hetzelfde te gaan doen: ‘elke ochtend meteen na het wakker worden drie bladzijden volpennen met alles wat in je opkomt. Ik begon er ook mee, en ben nooit meer gestopt.’
Voor Beumer is deze dagelijkse bezigheid ‘een soort drainage van je hersenen’. Het is als een mentale ontlasting, een lavement voor de geest: ‘Alles wat in de weg zit om iets te creëren, laat ik eruit vloeien door ’s ochtends die pagina’s te schrijven.’ De methode die Beumer toepast kende ik van lang geleden: ik volgde toen (1992) een cursus Copywriting in Amsterdam.
Tijdens een van die lessen kregen wij cursisten en copywriters-in-spe van ene Martin (zijn achternaam ben ik vergeten en zal ik wel nooit meer kunnen achterhalen) de zogenaamde ‘doorschrijfmethode’ als tip mee voor het losmaken van onze schrijvershand; je moest daarbij, zonder ook maar één ogenblik je pen van het papier te nemen (ja, zo maakte je tekst in die tijd), schrijven, zonder na te denken, zonder te wikken of te wegen, zaken opschrijven die in je hoofd opkwamen. Het idee was dat je zo loskwam, ’taal genereert taal’, aldus dear old Martin en dan was je vlotgetrokken.
Beumers methode doet erg denken aan de aanpak die mijn leraar van destijds ons aanraadde: ‘Het idee is simpel: je moet zitten, je pen niet van het papier halen, geen interpunctie gebruiken, niet meer schrijven dan drie bladzijden, en het nooit teruglezen.’
Voor de gein heb ik de doorschrijfmethode vandaag eens uitgeprobeerd (waarbij ik wel enigszins heb gesmokkeld, gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen), maar ik zal jullie het resultaat daarvan besparen.
We zijn ondertussen dertig jaar verder en ik ben geen copywriter geworden. Ik vind copywriters gemankeerde schrijvers die onderin de la c.q. in een map op hun computer een ooit begonnen roman hebben liggen sluimeren, maar die inzagen dat ze niet goed genoeg waren voor het echte werk en daarom maar hun ziel aan de duivel verkocht hebben en nu hun hele werkzame leven teksten poepen over verzekeringen, hondenbrokken en babyluiers. En dat voor een loon waar ik niet van ondersteboven ben. Nee, laat mij dan maar een ‘kleine slaaf van poëzie en taal’ blijven.