Verwenteld schaap

arm schaap Arm schaap van Jeroen Eisinga (het gaat om een kunstwerk; na het maken van het filmpje, waarvoor de fotograaf het schaap voor de duur van vier minuten op zijn rug heeft gerold, heeft fotograaf het schaap weer keurig op zijn poten gezet)

Door een artikel vandaag (26 augustus 2015) in De Volkskrant over een schaap dat hulpeloos op zijn rug ligt en niet meer op eigen kracht overeind kan komen, moet ik opeens denken aan iets wat ik zelf in een grijs verleden eens heb meegemaakt.

Ik reisde met de trein (waarschijnlijk op weg naar een of ander prachtoptreden, maar dat doet er nou niet toe) en staarde uit het raam, zoals het een dichter betaamt: dromerig, vol diepe gedachten en misschien wel inspiratie krijgend voor een volgend gedicht (‘Achter de coulissen/reden treinen/mensen uit elkaar’), wie zal het zeggen.

Terwijl ik zo mijn ogen over het stromende schilderij liet glijden, zag ik in een weiland een schaap op zijn rug liggen. Het was in een flits; het ging allemaal zo snel dat ik niet vast kon stellen of er iemand in de buurt was die het beest weer op zijn poten kon zetten.

‘Kom in actie als je een schaap op de rug ziet liggen!’ houdt de afdeling Drenthe van de Dierenbescherming ons voor. Ik had die aansporing niet nodig, want ik weet al heel lang dat een verwenteld schaap (een schaap dat op zijn rug is terechtgekomen) en dat zich niet op eigen kracht weer terug in sta-positie kan opduwen, aan die ongelukkige houding kan sterven.

Maar wat moest ik doen? Aan de noodrem trekken en vervolgens een golf van onbegrip, spot en boosheid over je heen krijgen van je medereizigers en de ‘hc’ (hoofdconducteur), omdat jij het in je hoofd had gehaald de noodrem te gebruiken voor zo’n lullig schaap?

Maar, schoot het door mijn hoofd terwijl de trein gewoon verder raasde, was niets doen niet net zoiets als geen assistentie verlenen bij een ongeluk? Grove nalatigheid waarvoor je zelfs gestraft kon worden? Aan de andere kant: wie kon mij persoonlijk daar verantwoordelijk voor houden? Ik bedoel, als ik had moeten ingrijpen, hadden mijn coupégenoten dat net zo goed moeten doen.

Noem het laf, maar ik liet de tijd voor mij beslissen. Terwijl ik zo zat te dubben, was de trein al kilometers verder; het had geen zin meer om nu nog aan de rode hendel te trekken… En bovendien: niemand had dit gezien behalve ik… En er waren zoveel schapen… Daarvoor kon je toch niet een hele trein stilzetten, vol mensen die misschien wel enorme haast hadden om op hun plaats van bestemming te komen… En wellicht zou de boer al snel na het passeren van de intercity langskomen en zijn nog-niet-verloren schaap weer op zijn pootjes zetten…

Afijn, tegen de tijd dat ik al deze slappe overwegingen tegen mij zelf had uitgesproken, sliep mijn geweten al. Maar vandaag, bij het lezen van de Brief aan een Arm schaap van Merel Bem, moest ik weer even denken aan mijn arme schaap waarvan ik nooit zal weten of het mijn nalatigheid heeft overleefd. En daarbij voelde ik even een steekje.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *