
vinden.
Een paar dagen geleden (6 of 7 mei 2025) stuitte ik op een bericht waarbij ik een sterk déjà vu-gevoel kreeg: ‘Werkloze 55-plusser solliciteert zich suf, met als enige zekerheid: ’Een afwijzing binnen 48 uur’. Het deed me namelijk denken aan een vergelijkbaar bericht dat ik tweeënhalf jaar geleden las: ‘Werkzoekende senior zelfs bij krappe arbeidsmarkt gepasseerd’.
De 60-jarige Marcel van Sante uit het Dagblad van het Noorden-artikel van enkele dagen geleden constateert vrij bitter: ‘Met mijn motivatie, achtergrond, kennis, sociale vaardigheden en enthousiasme heb ik veel te brengen. Zou je denken. Niets is minder waar. Ik solliciteer breed, met tot op heden één zekerheid: een afwijzing binnen 48 uur na mijn sollicitatie.’
Het kwam mij maar al te bekend voor: zelf heb ik in een vergelijkbare situatie gezeten. In 2015 schreef ik daarom:
‘Als vijftigplusser is het haast onmogelijk om weer aan de bak te komen. Want als werkzoekende die al meer dan een halve eeuw op deze aardbol rondloopt, loop je tegen hardnekkige vooroordelen aan. Vijftigplussers zouden ’te duur’ zijn, ‘overgekwalificeerd’, ‘niet flexibel’ en ‘vaker ziek’. Of – die heb ik één keer te horen gekregen – de vijftigplusser zou niet meer mee kunnen komen, niet opgewassen zijn tegen de snelle wereld die bedrijfsleven heet. Tsja.’
Tien jaar geleden was dat. En wat ik toen schreef, geldt dus helaas nog steeds.
De 55-plusser vecht dus tegen hardnekkige vooroordelen (die tevergeefs door diverse onderzoeken worden ontzenuwd). Het vooroordeel ‘vaker ziek zijn’ verdient trouwens enige nuancering. Ik wilde dat ik kon schrijven dat dat gewoon niet waar is, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat seniorwerknemers dan wel minder ziek zijn, maar áls ze ziek worden, dan wel langer ziek zijn dan jongere medewerkers, aangezien de hersteltijd van ouderen nou eenmaal langer is.
Mensenkinderen, wat heb ik tien jaar geleden een vacaturesites afgestroopt, gemaild, gebeld, de blaren op mijn tong gepraat, maar alles zonder resultaat. Totdat een even aardige als resolute loopbaanbegeleidster op een goede dag kordaat tegen mij zei: ‘André, stop toch met solliciteren. Ga netwerken.’ En dat heb ik gedaan. Eerst als freelancer en vervolgens als zzp’er. Met uiteindelijk het gewenste resultaat: werk (voor de goede orde: ik ben tegen wil en dank zzp’er geworden; liever was ik in loondienst gebleven).
Het bestaan als zzp’er is onzeker (maar ach, is het hele leven niet onzeker?), de tarieven zijn mager en bij ziekte of vakantie krijg je geen cent – laat staan dat je een dertiende maand krijgt uitbetaald -, maar ik weet het te rooien en ik doe werk dat ik leuk vind.
In 2015 voegde ik daar nog aan toe: ‘Oftewel: ik heb geen reden om ander werk te zoeken.’ Mijn werksituatie is inmiddels gewijzigd, waardoor dat laatste niet meer geldt. Dus ja, ik moet er binnenkort ook weer aan geloven: solliciteren c.q. netwerken, gespannen wachten op … weer een afwijzing, tegen beter weten hopen op een positief bericht…
Hoe, o hoe doorbreken wij vijftig/zestigplussers de vooroordelen die dus wel degelijk leven bij werkgevers en die ons buiten het arbeidsproces plaatsen? Beste werkgevers van Nederland, we nemen met minder loon genoegen, we zijn echt niet star, we zijn geen job hoppers, trouw aan jullie organisatie en we zijn aantoonbaar minder vaak ziek dan jongere werknemers. En bedenk als je ons in dienst neemt: je hoeft voor ons geen extra kosten te maken voor een veertigjarig jubileum.
(De titel van deze weblogbijdrage komt trouwens uit Spreuken 16:3 (uit de Bijbel, jullie weten wel, die bestseller van Heere Heeresma).





