Autoslaaptrein Papier dat je daar achter je voorruit moest leggen
De ene herinnering kust de andere wakker: bij Onno Kleyn, in zijn rubriek Volkskeuken, komt vandaag (21 februari 2019) een herinnering aan de autoslaaptrein naar boven door het boek Food on the Move – Dining on the Legendary Railway Journeys of the World. Door Kleyns culinaire column moet ik op mijn beurt denken aan mijn eigen ervaringen met de autoslaaptrein.
In het werk van Sharon Hudgins komen de Darjeeling Himalayan Line, De Trans-Siberië Lijn, de Zuid-Afrikaanse Blue Train en andere beroemde lijnen voorbij. De trajecten die ik per autoslaaptrein heb afgelegd spreken iets minder tot de verbeelding: Den Bosch – Bologna, Düsseldorf – Villach en Düsseldorf – Narbonne, dat zijn natuurlijk geen baanvakken waarmee een beetje reiziger thuis kan komen.
Toch denk ik met veel plezier terug aan mijn ‘nachten tussen de rails’. Om de reistijd per auto met een kleuterzoon naar onze vakantiebestemming te bekorten, besloten mijn vrouw en ik indertijd enkele keren de autoslaaptrein te nemen. Respectievelijk naar Bologna, Narbonne en Villach.
Dit pakte steeds goed uit. Het was aangenaam om met ons drieën een piepklein compartiment te delen, inclusief nog kleinere hoekdouche, opklapbedden en een door een steward in je compartiment gebracht ontbijt in ‘vliegtuigverpakking’.
Ons avondeten namen we in het restauratierijtuig en het was elke keer weer een belevenis, terwijl je in je ravioli of je salade zat te prikken, het landschap aan je voorbij te zien glijden. Immers, wanneer dineer je nu met zo’n prachtig, stromend decor op de achtergrond?
Maar het mooiste was natuurlijk onderweg te zijn met een stuiterende peuter/kleuter die er ook om middernacht nog niet over peinsde om te gaan slapen. Veel leuker dan in horizontale positie je ogen te sluiten was, in verticale positie met wijd open ogen, via het trapje naar je vader te klimmen die op de eerste verdieping van het stapelbed lag. Of van onderen te roepen: ‘Papa, ben je d’r nog?’ En dat net zo lang vol te houden tot er een antwoord kwam. Ja, papa was er nog; alleen probeerde hij net te slapen…
Afgezien van de ‘woelingen’ van een overactieve peuter/kleuter die je uit de slaap hielden, was een ongestoorde nachtrust in een coupé in een autoslaaptrein sowieso een verre droom; de hele nacht werd je heen en weer geschud in je couchette. Voeg daarbij het constante, luide geknars van de treinwielen op de rails en het moge duidelijk zijn dat van een ongestoorde nachtrust niet echt sprake kon zijn.
Ondertussen is een aantal bestemmingen die te bereiken zijn met de autoslaaptrein geannuleerd en is mijn zoon inmiddels getransformeerd van een stuiterende peuter/kleuter in een actieve puber. Oftewel: de tijden van de auto/train zijn voorbij – waarschijnlijk voorgoed. Niet dat dat zo dramatisch is, maar dat neemt niet weg dat ik met milde weemoed terugdenk aan die reizen per spoor waarbij je – weliswaar niet bepaald uitgerust – toch maar mooi 1000 kilometer was opgeschoten, zonder dat je er zelf iets voor had hoeven doen.