Schrijven, iedereen kan het! (of toch niet?)

Schrijvende vrouw Zuster Anna, voelt gij al iets opkomen?

Vandaag (31 maart 2016) stuit ik op dit artikel. Daarin zegt Paul Onkenhout:

‘Een paar keer per jaar is het boekenmarkt op de redactie van de Volkskrant, als de kasten van de boekenredactie weer eens uitpuilen. Merendeels niet-gerecenseerde boeken worden gratis en voor niks ter beschikking gesteld aan de redactie, waarna – niks menselijks is ons vreemd – het grote graaien begint. Wie te laat is, moet zich behelpen met een zielige, verweesde verzameling van boeken die niemand wil hebben, in veel gevallen uitgegeven in eigen beheer.’

Daarbij moest ik meteen denken aan het- niet-gerecenseerde – exemplaar van mijn onvolprezen prachtroman De geluksverdeling dat ik een tijd geleden had opgestuurd aan Wilma de Rek, chef Boeken bij De Volkskrant. Ze ‘ging er niks mee doen’, deelde ze me mee na een hele poos wachten van mijn kant. Maar ze was in ieder geval zo netjes mij dat per mail te doen weten. Ze zal ook wel overspoeld worden door ongevraagd toegestuurde boeken, dacht ik destijds nog opvallend mild.

Maar goed, schrijven dus. Volgens een TNS NIPO-onderzoek is ‘één miljoen mensen van 18 jaar en ouder actief op schrijfgebied’. En als het NIPO dat heeft onderzocht, dan is het WAAR.

Eén miljoen mensen die – al dan niet dagelijks – de pen ter hand nemen of een compositie aan het klavier van hun computer trachten te ontwringen, dat is een niet te veronachtzamen doelgroep. Vandaar dat er overal schrijfcursussen worden aangeboden, al dan niet in een exotisch oord. En dat mag wat kosten.

De Volkskrant, in de persoon van Paul Onkenhout, schreef niet echt een ‘lovend stuk’ over Schrijven Magazine, zoals te lezen valt op Schrijven Online. Onkenhouts toon is eerder sceptisch; lof kan ik in zijn woorden niet ontdekken. De teneur van zijn stuk is meer: ‘Als je wilt schrijven omdat je daar een goed gevoel van krijgt, moet je het zeker niet laten, maar ga nou niet denken dat je allemaal geweldige schrijvers wordt.’ Luister maar:

‘Overal wordt de suggestie gewekt dat ook jij schrijver kunt worden, als je maar genoeg je best doet en voldoende geld spaart om een schrijfcoach in te huren, bereid bent een schrijfvakantie te ondergaan of de site schrijvenonline.org bezoekt. Onzin natuurlijk, maar aan de andere kant: wie zin heeft om te schrijven, moet dat vooral doen.’

Zelf geef ik ook een schrijfcursus en ik ga natuurlijk niet propageren dat je als amateur-auteur schrijfcursussen links moet laten liggen, maar de paradox is dat ik als docent mijn cursisten zaken moet leren die ze eigenlijk moeten vergeten, weer af moeten leren, zodra ze aan hun eigen boek beginnen; een roman is tenslotte geen proeve van hoe goed ze naar mij geluisterd hebben, geen toepassing van regeltjes of een tonen van ‘hoe goed beheers ik het geleerde kunstje’ (‘Kijk André, zonder handen!’).

Veel mensen die dromen van een carrière als gevierd auteur zullen zich vastklampen aan de ‘10.000-uur-regel’: die stelt dat als je nu maar 10.000 uren besteedt aan het oefenen van een vaardigheid, of het nou schaken of viool spelen is, je op dat gebied vanzelf gaat uitblinken.

Jammer voor hen, maar deze vlieger blijkt niet op te gaan. Ikzelf geloof ook niet zo in de volledige maakbaarheid van een goede schrijver, wél in het polijsten van de ruwe diamant die door de juiste scherpte van kritiek gaat schitteren.

Iedereen kan woorden achter elkaar zetten en die aaneen rijgen tot zinnen en daar weer een verhaal van vlechten, maar écht schrijver zijn vergt een heel aparte manier van leven, 24 uur per dag je radar aan hebben staan om voor je werk interessante dingen uit de lucht te plukken.

Soms loop je weken, maanden schijnbaar doelloos rond, zonder dat er wat komt. En er zijn dagen dat elk woord een hunebedsteen lijkt die je uit alle macht voor je weg moet wentelen, om überhaupt nog wat licht en lucht te krijgen.

En schrijven kan inhouden: jarenlang eenzaam thuis zitten tikken aan een boek waar niemand op zit te wachten. In het verleden nog niet behaalde resultaten blijken in zo’n geval al helemaal geen garantie te zijn voor de toekomst.

En dan tóch doorgaan – en het nog leuk vinden ook -, dát kenmerkt de ware schrijver. Voor een auteur geldt wat voor een lid van het Korps Mariniers opgaat: ‘Een marinier gaat verder waar anderen stoppen. Dat vraagt om een ijzeren discipline, een uitstekende conditie en vooral een groot doorzettingsvermogen.’

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *