De man die in ijltempo honderden boeken schreef (en ook nog eens 10.000 vrouwen neukte)

Georges Simenon, de Belgische schrijver die, onder zijn eigen naam en onder
schuilnamen, om en nabij de 500 boeken schreef (en daarnaast naar eigen zeggen niet
minder dan 10.000 vrouwen neukte
).

Afgelopen vrijdag (4 april 2025) las ik zoals elke vrijdag de column van Peter Buwalda. Die ging ditmaal over de voorliefde die zijn moeder had voor Georges Simenon, de veelschrijver uit Luik die in staat was om binnen een paar weken een roman te schrijven en die zich zijn hele leven miskend heeft gevoeld, omdat hij niet serieus werd genomen door de literaire wereld.

Iets waar Buwalda in zijn column niet op in gaat, maar wat bijna altijd in één adem met Simenons verbazingwekkende productiviteit op schrijfgebied wordt genoemd: zijn schier onverzadigbare geslachtsdrift. Naar eigen zeggen ‘sliep’ Simenon met 10.000 vrouwen, wat hem de voor de hand liggende bijnaam ‘l’homme aux 10.000 femmes‘ opleverde. Maar goed, terug naar de boeken van Simenon.

Bij Buwalda was het zijn moeder die hem, indirect dan wel te verstaan, aanzette tot het lezen van Maigrets; bij mij was dat – natuurlijk – mijn vader: hoe kon het anders dan dat hij – de docent Frans die mij de Franse taal en cultuur met de paplepel ingoot – het was die mij, ook al was dat ook in mijn geval indirect, aanzette tot het lezen van de ‘avonturen’ van de Parijse rechercheur Jules Maigret?

Ik schrijf ‘indirect’, omdat ik mij niet kan heugen dat hij ooit tegen mij zei: ‘Hier, André, lees dit eens; het zijn detectives, maar heel anders dan je gewend bent’). Ik kan me wel (vaag) herinneren dat hij na het uitlezen van een Maigret uiteenzette hoe de plot van dat boek in elkaar stak. Zo staat me bij dat hij Le pendu de Saint-Pholien in het bijzonder roemde.

Interessanter dan de beslist lezenswaardige Maigret-serie zijn de zogenaamde ‘romans durs‘. Simenon ging die schrijven, omdat hij zich beperkt voelde in het Maigret-format; hij wilde zich bevrijden van dat keurslijf en zijn inspiratie de vrije loop laten in romans die de ‘naakte mens’ zouden tonen, met zijn zwaktes, in een bijzondere setting en sfeer (‘se sentant à l’étroit dans le cadre des Maigret, Georges Simenon a très tôt éprouvé le besoin de libérer son inspiration avec des romans qui montreraient “l’homme nu”, avec ses faiblesses, dans un décor et une ambiance particuliers’, zoals het hier staat geformuleerd).

Wat die term ‘romans durs’ betreft, zegt Simenon daar zelf het volgende over (op dezelfde website als in de link hierboven): ‘Op het moment dat ik voelde dat ik in staat was om een roman zonder reling te schrijven, dat wil zeggen zonder regel zus of regel zo te moeten volgen, heb ik wat ik noem ‘harde romans’ geschreven, waar ik me kan toestaan om de waarheid over mijn personages te zeggen. (‘Quand j’ai senti que j’étais capable d’écrire un roman sans rampe, c’est-à-dire sans avoir telle ou telle règle à suivre, j’ai écrit ce que j’ai appelé les romans “durs” (où) je peux me permettre de dire la vérité sur mes personnages… ‘.)

In mijn leven keer ik geregeld terug naar de romans van Simenon – en dan met name naar de ‘romans durs’. Een paar weken geleden las ik La veuve Couderc (De weduwe Couderc) en La boule noire (Het zwarte balletje) uit en vandaag voltooide ik de lezing van Le coup de vague (De schokgolf).

Rode draad in deze ‘non-Maigrets’ (zoals ik de ‘romans durs’ voor mezelf altijd noem) is vaak dat een onbetekenend burgermannetje door een onaangename gebeurtenis uit zijn dagelijkse routine breekt, in een crisis belandt en tot een radicale beslissing komt, waardoor zijn leven nooit meer zal zijn wat het vóór die tijd was.

De stijl van Simenon is efficiënt-zakelijk: in enkele pennestreken wordt de hoofdpersoon neergezet, evenals het decor waarin hij zich beweegt. Daarbij kiest Simenon voor de vrije indirecte rede: de vorm die de schrijver in staat stelt om heel dicht bij zijn hoofdpersoon te komen; doordat de gedachten van de protagonist zonder verder commentaar worden weergegeven, vervalt de grens tussen schrijver en personage vrijwel; je kruipt als het ware in het hoofd van het personage en ‘leest’ zijn gedachten. Simenon brengt die tot uiting door zinnen in de trant van: ‘Wat wilden ze toch in vredesnaam van hem?’ ‘Hij zou ze eens laten zien wat voor persoon hij was!’ Enz.

Ik ga zeker niet zover als André Gide, die de schepper van Maigret in 1937 omschreef als ‘de grootste romanschrijver die we momenteel hebben’, maar ik kan zijn beknopte stijl met die vrije indirecte rede zeer waarderen.

Ik heb niet de ambitie om alle boeken die Simenon ooit schreef te gaan lezen, maar zo nu en dan zal ik een Maigret of een ‘non-Maigret’ uit de boekenkast trekken. De volgende in de rij: Le pendu de Saint-Pholien.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *