Als een lievelingsknuffel wegraakt…

Mijn zoon Julien met knuffel Flappie als muts

Het gebeurde alweer bijna twaalf jaar geleden, maar deze dag (6 juni 2019) moest ik er ineens weer aan terugdenken door deze column van Sylvia Witteman in De Volkskrant van vandaag: het verlies in een stad in de Pyreneeën van Flappie, de knuffel die mijn zoon de eerste drieënhalf jaar van zijn leven dag en nacht vergezelde.

Flappie moet, net als een kat, meerdere levens gehad hebben, want in die paar jaar zijn we de lievelingsknuffel van onze zoon meerdere keren voor korte tijd kwijtgeraakt. Gelukkig vonden we hem dan altijd weer terug.Tot die derde augustus 2007.We liepen in Pau (in de Franse Pyreneeën) en onze zoon hield, gezeten in zijn wandelwagen, Flappie in zijn rechter knuistje.

Mijn vrouw en ik waren er altijd verdacht op dat onze kleuterzoon zijn stoffen vriendje kon laten vallen en als dat onverhoopt gebeurde, dan raapten we Flappie altijd tijdig weer van het wegdek of de stoep op. Maar in Pau glipte de knuffel op raadselachtige wijze uit onze zoons handen. En zijn verdwijning ontsnapte aan ons beider aandacht.

Op een gegeven moment realiseerden mijn vrouw en ik ons dat hij weg was. In allerijl liepen we het traject dat we zojuist hadden afgelegd in omgekeerde volgorde weer af. Maar hoewel er maar enkele minuten verstreken waren tussen het lopen langs de Place de la République en onze constatering, was Flappie spoorloos verdwenen. Ten prooi gevallen aan de rolbezem van een veegauto? Als speeltje in de bek genomen door een hond? Opgepakt en meegenomen door een kleuter? Wij hoopten maar op het laatste.

We deden nog navraag bij een paar cafés en Tabacs op de route, maar nergens kon men ons verder helpen. Na een uur, anderhalf gaven mijn vrouw en ik de zoektocht op.

Sylvia Witteman schrijft in haar column: ‘Ik dacht aan Lammie, het bedremmeld kijkende knuffelschaapje van mijn dochter. Hij raakte indertijd door frequente verhuizingen en ingewikkelde reizen zó vaak hartverscheurend zoek dat ik, wijzer geworden, voor haar jongere broertjes een paar extra exemplaren van hun favoriete speelgoedbeest kocht.’

Mijn moeder kocht bij de geboorte van onze zoon het later ‘Flappie’ gedoopte knuffeltje, zich niet realiserend dat het zou uitgroeien tot het onafscheidelijke kameraadje van onze zoon. Anders, zo verklaarde ze toen ze hoorde van het verlies, zou ze direct, net als Sylvia Witteman, twee exemplaren hebben gekocht

Het klinkt overdreven, maar mijn vrouw en ik reden die middag tamelijk verslagen terug naar de camping. Onze zoon leek nergens mee te zitten. Die nacht hoorde ik hem één maal in zijn slaap hard lachen. Ik had dat nooit eerder gehoord en ik zou het daarna ook nooit weer horen. Daarom relateerde ik die reactie aan het feit dat hij Flappie verloren had.

De volgende morgen vertelden we onze zoon het nieuws. Zonder al teveel emotioneel vertoon nam hij het op. In een plaatselijke hypermarché hebben we nog een doudou gekocht die er wel wat op leek – en we doopten het knuffeltje daarom ‘Flappie 2’- maar erg populair is die opvolger nooit geworden.

Ik weet wel, je kunt het sentimenteel vinden om te treuren over een verdwenen knuffel, maar het is een beetje zoals Aleid Truijens schreef in haar column ‘Knuffel kwijt: hartverscheurend’:

‘Het blijft het beste om de hele vakantie lang de knuffel net zo goed in de gaten te houden als het kind. Want een vakantie die bedoeld was als een onvergetelijke experience, zal voor altijd herinnerd worden als de vreselijke zomer waarin ik mijn liefste Flappie verloor in de Alpen.’Met dien verschille dus dat onze Flappie niet verdween in de Alpen, maar in de Pyreneeën.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *