Mijn moeder in haar jonge jaren.
Gisteren (3 november 2023) was de sterfdag van mijn moeder. Het is alweer acht jaar geleden dat ik het bericht van haar dood kreeg.
Ik weet nog als de dag van gisteren hoe de jobstijding tot mij kwam. Ik stond ’s morgens om half negen bij de bakker en kreeg toen geheel onverwachts een telefoontje van mijn zwager. Dit kon maar één ding betekenen: onheil. Mijn zwager en ik hadden regelmatig contact, maar hij belde mij nooit en als hij dat eens eens een keer zou doen, dan zeker niet op zo’n tijdstip. En inderdaad bevatte zijn telefoontje een onheilsbericht: mijn moeder was die morgen overleden.
Ze werd het slachtoffer van kanker, de K1 die als een grimmige, donkere berg boven alle ziektes uittorent en zijn schaduw over vele levens werpt. Zij stierf aan een van de pijnlijkste vormen van kanker die er bestaan: alvleesklierkanker.
Ik weet nog dat ik op 29 juli 2015, vlak na mijn thuiskomst van de zomervakantie, samen met meer familieleden bij haar thuis zat. Toen was de stemming nog niet gedrukt; mijn moeder voelde zich betrekkelijk goed, zelfs zo goed dat ze schertste ‘dat die artsen zich wel vergist moesten hebben’: ze voelde zich op dat moment – naar omstandigheden natuurlijk – redelijk wel.
Maar van een huisarts bij mij in de straat hoorde ik hoe de ziekte zou verlopen: mijn moeder voelde zich nu dan nog wel nog redelijk goed, maar dat zou spoedig veranderen; ze zou bedlegerig worden en meer pijn krijgen, waardoor de morfine in hogere doses aan haar toegediend zou moeten worden. Ze zou in een aangepast bed in de huiskamer moeten liggen, omdat ze er niet meer in zou slagen om naar boven te komen. En precies zoals de huisarts in mijn straat het beschreven had, verliep de ziekte van mijn moeder ook.
Bedoelde Judicus Verstegen dit misschien met zijn romantitel De vloek van het schema? Dat je stap voor stap het verloop van het scenario weet van terminale kanker, maar dat je desondanks niet uit dat vervloekte schema kunt stappen en de gifbeker tot de laatste druppel moet leegdrinken, zoals een kankerpatiënt die een chemo krijgt tot aan de laatste druppel uit de infuuszak moet consumeren?
Mijn moeder is tijdens haar ziekteperiode heel dapper geweest, maar ze heeft nooit durven googlen hoeveel kans op genezing ze had (een minieme) en hoe het verloop van haar ziekte zou zijn (pijnlijk). Maar goed ook eigenlijk, want ze zou zich er alleen maar ellendiger door zijn gaan voelen.
Dit allemaal ligt nu alweer ver achter mij. Inmiddels is Luna, de lieve hond die wij uit de nalatenschap van mijn moeder overnamen en die wij met enorm veel plezier zeven jaar en vier maanden bij ons in huis hebben gehad, ook alweer bijna acht maanden dood. Twee dagen na De Dag Der Doden heb ik nu een ogenblik waarin ik aan de dierbare overledenen denk, mens of dier.