Vandaag (2 november 2015) is Allerzielen zoals hij zijn moet: grijs, kil en stil. Ik was bij mijn stervende moeder, dus het weer kon niet stemmiger zijn.
Mijn moeder lijdt aan kanker in een zeer vergevorderd stadium en het is nu wachten op het komen opzetten van de pijn die niet meer te dragen en niet meer te onderdrukken is.
Bedoelde Judicus Verstegen dit misschien met zijn romantitel De vloek van het schema? Dat je stap voor stap het verloop van het scenario weet van terminale kanker, maar dat je desondanks niet uit dat vervloekte schema kunt stappen en de gifbeker tot de laatste druppel moet leegdrinken, zoals een kankerpatiënt die een chemo krijgt tot aan de laatste druppel uit de infuuszak moet consumeren?
‘Voor wie steek jij een kaarsje op?’ vroeg Anita Witzier gisteravond in een vooraankondiging in het gelijknamige programma dat vanavond wordt uitgezonden. Tsja, voor wie zou ik eens een kaarsje opsteken?
De dag der doden
Op deze dag
stellen wij
een bibberig lichtje
tegenover
de massieve duisternis.
Wankel waakvlammetje
waar de onvermoeibare ademtocht
rakelings overheen scheert.
Elk jaar moeten de verstomden
weer komen met hun verhaal
om bij ons
in het gevlij te blijven.
Maar het rumoer om ons
zwelt aan, terwijl zij,
tot onze niet geringe ergernis,
geen enkele moeite doen
hun stem te verheffen.
Nee, wij moeten ons
maar naar hen toe buigen
onze oren
naar hen laten hangen.
Wij kunnen de doden
niet hoog houden,
ze ontglippen ons
zoals rotte aardappels
snotterig
tussen je vingers
weglopen.
Elke keer
als wij hen
de rug toekeren
voelen wij de kou
dieper in hun botten sluipen.
Wij houden het paadje warm
naar de dood.
© André Degen