Een vogelsessie in de Onnerpolder

Het Gemaal in de Onnerpolder, vanwaar je een 360 graden uitzicht hebt over de omgeving.

Hè, hè, vanmiddag (7 mei 2020) heb ik het eindelijk weer eens gedaan: lekker ouderwets vogelen (ik zie jullie opveren en hoor jullie uitroepen: Wáát?! Gaat André nu ook al zijn seksuele escapades met ons delen? Help! Red ons! Nee hoor, wees gerust, ik gebruik ‘vogelen’ in de betekenis van ‘vogels kijken’).

Dit keer deed ik dat vanaf het Gemaal in de Onnerpolder, enkele kilometers ten zuidoosten van Haren, dus niet ver van mijn geliefde woonplaats G…

Het was alweer te lang geleden dat ik er met verrekijker en vogelgids op uit was getrokken om vogels te spotten. Je kunt jezelf tijden lang wijsmaken dat je honderd andere dingen te doen hebt waardoor je niet aan vogelen toekomt, maar dat is als je eerlijk bent gewoon onzin, luiheid, laksheid, want als je jezelf er even toe zet, is het geweldig.

Je bent bij het vogels kijken heerlijk in de open lucht en de dagelijkse beslommeringen blijven even buiten het natuurreservaat. De wijzers van de klok bewegen anders, krijgen de lome vleugelslag van de blauwe reiger. Mensen, wat had ik dit gemist! Maar dat merkte ik nu pas, nu ik het weer deed.

En de ornithologische ‘oogst’ (als ik het even zo oneerbiedig mag zeggen) mocht er zijn: ik zag – in volgorde van opkomst – de gele kwikstaart ♂, de geoorde fuut (adult in zomerkleed), twee steltkluten, vier witwangsternen, die zich voor het vierde achtereenvolgende jaar in deze contreien vertonen, drie ‘gewone’ kluten en twee zilverplevieren (die laatste, gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen, waren op zo’n afstand dat zelfs mijn uitstekende Swarovski-kijker (‘de Rolls Royce onder de verrekijkers’) mij niet tot een 100% zekere determinatie kon brengen; ik werd erop geattendeerd door een aardige mede-vogelaar die een telescoop had opgesteld).

Naast hem sprak ik nog enkele andere mede-vogelaars die, net als ik, bovenop het gemaal de rietkragen en de hemel afspeurden naar bijzondere vogels.

We hadden het daarbij over het verschijnsel dat bij het opduiken van een zeer zeldzame vogel tout vogelend Nederland zich naar de ‘plaats des heils’ spoedt, met soms alle rampzalige gevolgen van dien.

De man van het oudere echtpaar dat daar ook een tijdje stond te kijkeren nam daarbij enkele malen het woord ‘beschamend’ in de mond. Hij doelde daarmee op het feit dat een in Noord-Holland gesignaleerde ivoormeeuw werd omcirkeld door vele vogelaars, van wie enkelen de vogel voer toewierpen, iets wat hij, naar eigen zeggen, tot zijn schande had meegemaakt.

De vriendelijke vogelaar die mij had geattendeerd op de aanwezigheid van de Pluvialis squatarola memoreerde in dit kader een ervaring, waarbij een rietkraag helemaal was platgetrapt door steeds dichterbij komende ‘sluipschutters’.

Ik moest bij die verhalen denken aan de sneeuwuil die ruim achttien jaar geleden in Zuid-Limburg zo lang was opgejaagd dat hij door een vrachtwagen werd aangereden, een botsing die de schitterende vogel niet had overleefd

Bij het weggaan wierp de oudere man mij en de andere vogelaar een nogal pathetisch maar aardig bedoeld ‘Mannen, geniet van het leven!’ toe en ging toen huiswaarts met zijn vrouw die, naar eigen zeggen, ooit haar man gevolgd had in zijn vogelkijkpassie.

Lach mij uit om mijn magisch denken, maar toen mijn vrouw mij vanmorgen vroeg (het was 5.22 u., ja zeg, mag ik ook een autistisch trekje hebben!) wakker maakte voor de roep van de koekoek, wist ik al dat het ornithologisch een interessante dag zou worden. En dat bleek dus uit te komen.

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *