Schiermonnikoog

In onze ogen
gaan we het zeegat uit
al doet de horizon
lang niet overal mee.
Tussen de kades
van half tien ’s morgens
en ’s avonds half zeven
mogen wij ronddobberen
in een pierenplasje
waar de zeebonk om snuift.
De wind waait een wak
van warrelgedachten
onze kruinen in.
De neus weet zich
in het verlengde
van de echte verte.
Het kinderboerderijvoederen
van de meeuwen sur place;
ze hebben het blauw
achter zich staan
van Madeira tot Tahiti.
De boezem stroomt vol
eb en vloed
die communiceren met
de wereldgetijden.
Van de ontscheping verlangen wij
vast vestzakavontuur.
De schierlingen
nemen ons met zwijgklem op.
Met een lach
proberen we hen
te ontwapenen.

Het avondrood
blijft nahangen
op onze wangen.
In de thuishaven
kiest meeuw op dukdalf
het ruime sop
volgens het boekje.
We zien hem terug
in miniatuur
op onze schouw
vanwaar hij nooit meer
zonder onze toestemming
zal weggaan.

© André Degen

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *